WEERSVERWACHTING

Snoeiregels

Kijk voor het snoeien eerst goed naar de vorm van de struik of boom en probeer deze vorm te handhaven. Vraag eventueel raad aan een ervaren tuinier om goed te kunnen snoeien en het model te krijgen dat u wenst.

Zorg voor gladde snoeiwonden. Rafelige randen en afgescheurde takdelen maken de plant vatbaar voor infecties. Houd snoeiwonden zo klein en glad mogelijk. Snoei zo dat er bij een open struik voldoende licht en lucht in de kroon kan doordringen.

Haal ‘wilde scheuten’ die uit de ‘wilde’ onderstam en wortels ontspruiten, weg. Ze kunnen het ‘edele’, erop geënte deel gaan overheersen omdat ze harder groeien. Snoeien van wilde scheuten helpt niet, behalve bij rozen. In alle andere gevallen de wilde scheuten bij de aanzet van de wortels of stam losscheuren.

Zorg voor evenwicht tussen oude en nieuwe takken als u verjongingssnoei toepast. Snoei tijdig om te voorkomen dat een struik te groot wordt. Gebruik goed, scherp en schoon gereedschap om te snoeien.

Ruim snoeiafval altijd direct op

Gezond snoeiafval kan in de compostbak. Ziek materiaal altijd in de GFT-bak doen, niet zelf composteren anders verspreidt u de ziekte verder in de tuin. Fabriekscompost is altijd ziekte- en kiemvrij. Bij zelf gemaakte compost krijgt u dat meestal niet voor elkaar omdat de te composteren hoeveelheden te klein zijn om de procestemperatuur hoog genoeg te laten oplopen.