Hagen en het milieu
Een haag biedt bescherming en nestgelegenheid aan verschillende soorten tuinvogels. De haag is ook een stof- en vuilvanger.
Stof- en vuilvangend vermogen Het vuilvangend effect van hagen is goed zichtbaar op industrieterreinen en langs drukke straten. Er wordt ongelooflijk veel zwerfvuil door de hagen afgevangen. Minder zichtbaar, maar wel heel duidelijk meetbaar, is het stofvangend vermogen van hagen. Door het windbrekende effect dat een haag heeft, kan stof uit de lucht neerslaan in de struiken, waarna het door de regen op de bodem terechtkomt waar het als meststof werkt.
'Ademhalend vermogen' Een haag en een heester- en bomenbeplanting in het algemeen hebben dus een gunstige uitwerking op het milieu en de luchtkwaliteit. Dat is, zeker in dichtbevolkte gebieden met veel verkeer en industrie, zoals Nederland, van toenemend belang. Feit is ook dat hagen via hun ‘ademhaling’ vervuilende gassen uit de lucht filteren en daarvan zelf weinig hinder ondervinden. Dat geldt ook voor veel bomen en heesters. Gemeentelijke en provinciale overheden houden daar bij de keuze van de beplanting vaak rekening mee.
Vermindering geluidsoverlast Bladhoudende hagen kunnen geluidsoverlast deels terugdringen doordat het blad het geluid verstrooit. Het effect wordt nog groter als een heesterbeplanting wordt gecombineerd met een wal die het geluid optilt, waarna het door de hagen op de wal terugkaatst en zich verspreidt. Uiteraard is het verstrooiende effect groter naarmate de haag of beplanting dikker is en het verschilt per soort (zie onder). Gunstig zijn: groot blad, een loodrechte bladstand ten opzichte van de geluidsbron, dicht geplaatst gebladerte.
Tot wel 10 à 12 dB (decibel):
8 à 10 dB minder lawaai:
- Viburnum lantana
- Viburnum rhytidophyllum
- Tilia platyphyllos
6 à 8 dB minder:
- Carpinus betulus
- Fagus sylvatica
- Ilex aquifolium
- Quercus robur
- Rhododendron
- Philadelphus pubescens
|